Sinds hij vorig jaar zijn baan opgaf en met Pro Fotografie voor zichzelf begon, heeft hij geen maatkostuum met stropdas meer aangeraakt. "Het is een zegen," zegt de 43- jarige Ed Pronk uit Rhoon over zijn ervaringen als eigen baas. Ruim een half jaar verdient hij nu zijn brood met de verkoop van laag genomen luchtfoto's. Hij kocht het concept van een be drijf in Nieuw-Zeeland en heeft en passant het alleenrecht voor deze methode in de Benelux geregeld. De foto's maakt hij met een Nikon die onder zijn met heliumgas gevulde mini-zeppelin hangt. De camera bestuurt Pronk,met een kastje vanaf de grond. De enige beperking is de wind: waait het harder dan windkracht vier, dan blijft de zeppelin aan de grond. Geen punt voor hem: "Dan ben ik lekkervrij." Die vrijheid heeft hem een paar centen gekost 'Hij schat zijn in vestering (apparatuur en concept) op ongeveer twee ton. Die verdient hij terug door per project 495 gulden in rekening te brengen. Daarvoor heeft de klant een redelijk unieke foto die mogelijk alleen vanuit een helicopter gemaakt zou kunnen worden. De maximale hoogte is honderd meter, een hoogte die te laag is voor een vliegtuigje. Op de ballon staat behalve Sky works, het Nieuwzeelandse bedrijf waarvan hij materiaal en rechten kocht, ook de naam Factotum Media: een van de vaste klanten. Factotum Media is een bedrijf dat foto's verzocht voor makelaars Met zijn ballon maakt Pronk foto's voor hen van de duurdere huizen vanaf een bijzonder standpunt: een hoogte van 25 meter. "Daarmee breng je een woning in beeld op een manier die vanaf de grond nooit mogelijk is. Het geeft een uniek beeld." Hoogwerker Soms proberen bedrijven zelf met behulp van een hoogwerker een foto vanuilt 'de lucht' te'maken, maar komen tegenwoordig toch bij Pronk uit. Zo prijkt in zijn presentatiemap een overzichtsfoto van de afgebrande loodsen van Baris op Hongerland in Spijkenisse. En van het Kasteel van Rhoon en kranenbouwer Nelcon aan de Doklaan in Rotterdam- Zuid, die vanaf de grond nooit helemaal op de gevoelige plaat zijn vast te leggen. "Vanuit een vliegtuigje heb je een telelens nodig die toch een vertekend beeld geeft," geeft hij aan. De ondernemer kwam per toeval bij Skyworks terecht. Hij zat wat te zappen op internet toen hij toevallig de website bekeek van Sky- works, een onderneming aan de andere kant van de aardkloot. "Je kent dat wel: je tikt een zoekwoord in en je krijgt tienduizend sites. Ik riep er een op, zag de reclame van luchtfotografie met behulp van een kleine zeppelin en wist: dit wil ik ook doen." Pronk had het na twaalf jaar leiding geven bij bedrijven in binnen-en buitenland als werknemer wel gezien en wilde voor zichzelf beginnen. "Ik had lange tijd geen idee wat ik wilde, maar;dit leek me leuk. Heb gevraagd of ze zoiets ook in Europa deden en ben na enige correspondentie naar Nieuw-Zeeland gevlogen. " Hij liep een weekje met één van de zeven van franchisenemers mee en wist: dit is het. "De levensopvatting van die jongen beviel me wel: hij wordt er niet rijk mee, maar verdient voldoende en werkt wanneer hij zin heeft." Denkwerk Van fotografie heeft Pronk geen opvallende kennis. "Ik heb nooit meer dan de gewone vakantiefoto's gemaakt. Ik pretendeer ook geen fotograaf te zijn: die camera doet het denkwerk. Ik bedien de apparatuur en druk af Dat bedienen vereiste overigens wel de nodige oefening, geeft hij toe. Om zijn nek hangt het bedie- ningskastje, een joystick om de camera te richten, een beeldschermpje waarop hij het beeld kan zien wat getofografeerd wordt en een afdrukknop. Ondertussen moet hij de ballon tegenhouden, want die trekt met grote kracht naar de hemel. "Ik moet er niet aan denken dat die losschiet," bekent Pronk. "Eerst zal hij enkele duizenden meters omhoog schieten, leeglopen en meedrijven op hoge luchtstromen. Ik schat dat ik hem honderden kilometers verderop kan zoeken." Bij de bouw van de Calandtunnel bij Rozenburg geeft de ondernemer een korte demonstratie van zijn werk.
Klik op onderstaande foto's voor een groter formaat.
Hij rijdt zijn speciaal op maat gemaakte aanhanger naar een
parkeerplaats aan het Hartelkanaal, aan de overkant van het
tunnelbouwterrein. Binnen enkele minuten heeft hij
de zeppelin uit de bak gehaald en de lijn waarmee hij vastzit
aan zijn riem gegespt.
10 - 03 - 01 In het Europoortgebied ondermijnen wilde konijnen taluds van autowegen door er enorme holen onder te graven. Jagers grijpen in, met geweer, net en fret. Oftewel: wildschadebestrijding in het industriegebied. Door Jaap Vissering - Een ellenlange goederentrein forceert zich piepend, knarsend en kreunend een weg door het industriegebied. De hoogpotige supermieren van het haventerrein, die met containers rondhannesen alsof het schoenendozen zijn, laten hun zware dieselmotoren grommen. Op de nabije achtergrond zoemt Shell Pernis. Een helikopter maakt een rondje om de hoogste schoorsteen van Nederland. Over een gloednieuwe fly-over van veel strak beton komt een metrostel aangeschoven. De banen van de snelweg zitten vol verkeer, dat raast en raast. Er klinkt een schot. Een konijn tuimelt van het snelwegtalud af en ligt dood. In het Europoortgebied huizen zeer veel wilde konijnen. Om van een plaag te spreken gaat wat ver, maar het is wonderbaarlijk met hoeveel gemak de dieren zich handhaven op enkele meters afstand van voortsnellend verkeer, industriecomplexen, bedrijven- parken en haventerreinen. Het zijn er zoveel dat ze bejaagd moeten worden, in het kader van schadebestrijding. De schade bestaat in dit geval niet uit het opvreten van plantjes of het schillen van jonge boompjes, maar uit graven. Door hun gegraaf ondermijnen de konijnen taluds van autowegen en andere infrastructuur zodanig dat gevaar voor instorten ontstaat, als er niet wordt ingegrepen. De grond die de beestjes kan letterlijk worden gezien als zand in een van de hoofdmotoren van de Nederlands economie. Daarom roept de beheerder van al die infrastructuur, de Dienst der Domeinen, de hulp in van jagers om de konijnenstand, zoals dat heet, kort te houden. Boerhoek Jager Arie Bastemeijer heeft in zijn carrière al zeer veel Eurokonijnen het leven zuur gemaakt. Hij vertelt: "Als je de konijnen niet bejaagt, graven ze rustig onder een autoweg door. Bergen zand kunnen ze verzetten. Soms lijkt het wel alsof er iemand met een graafmachine langs is geweest, in plaats van een stel konijnen. Zo ontstaan er grote gaten, die verzakkingen kunnen veroorzaken of uitspoelen bij zwaar regenweer. We hebben hier één bouw (stelsel van holen) gevonden die we 'het kasteel' noemden, een talud van zeker 150 meter lang met een kleine honderd konijnenholen er in die allemaal met elkaar waren doorverbonden, Een paradijs voor die beesten, maar Domeinen denkt daar toch anders over. Als je het gegraaf maar op z'n beloop laat, ben je verder van huis. Dan moet je de weg repareren. Vangrails weghalen, de weg afsluiten. Grote kranen erbij, asfaltmachines, noem maar op. Dat zou niet alleen heel vervelend, maar ook gigantisch duur worden." Hoe komen toch al die konijnen in Europoort, en hoe kan de stand zich zo snel en,sterk vermeerderen? Een van de antwoorden op deze vraag is: de beschikbaarheid van veel zand. Wilde konijnen zijn dol op zand. Nog vóór Shell Pernis en al die andere fabrieken en raffinaderijen uit de grond waren gestampt, liep een spoorlijntje door het gebied dat toen nog Boerhoek heette. In de spoorbaan zaten konijnen, die zich snel vermeerderden en uitzwermden toen de eerste industrieterreinen met zand werden opgespoten. Nog steeds is het zo: als een terrein wordt opgespoten,' en het water is weggezakt, dan nemen de eerste konijnen bezit van het terrein en zie je holen. "Ik zeg wel eens, de konijnen komen met het zand mee," verbaast jager Bastemeijer zich nog steeds over dat verschijnsel. Dan is er natuurlijk de spreekwoordelijke voortplantingsdrift van de kleine graafmachientjes. Konijnen vermeerderen zich als de konijnen en dat kan bijvoor- beeld inhouden dat één paartje, dat in het zeer vroege voorjaar begint, aan het eind van het jaar voor 70 nakomelingen heeft gezorgd. Vier tot zeven keer per jaar is er nestje met vijf, zes of soms nog meer jongen. Wilde konijnen kunnen al op een leeftijd van zes maanden zelf hun eerste kroost hebben Vijanden Tenslotte hebben de Eurokonijnen vrijwel geen natuurlijke vijanden, zoals vos, bunzing en ha vik. Deze predatoren hebben de weg naar het industriegebied nog niet of nauwelijks ontdekt. Wel is er nu en dan volkomen onver wacht, als altijd een uitbraak van 'de bekende ziekte myxomatose, die de konijnenstand zelfs plaatselijk kan deelmeren. Maar altijd krabbelen ze er weer bovenop en kan de stand ook plotsklaps weer explosief toenemen. Van verkeersslachtoffers is nauwelijks sprake. De beestjes lijken op de een of andere wijze aan hun nageslacht door te geven dat langsrazende auto's niet gevaarlijk zijn zolang je er maar niet voorlangs gaat lopen, en dat zelfs geen sprake is van verstoring door wandelaars, fietsers, spelen- de kinderen of mensen met honden, want die komen niet op de stukjes onland temidden van de bouwwerken. Voor het bejagen van konijnen in Europoort wordt een zeer oude jachtvonn toegepast: het zogeheten freteren. Dat is jagen met fretten, gedomesticeerde marterachtigen die op bunzings lijken. Ze zijn er in de kleuren wit met rode oogjes, bekend als huisdier en van de dierenwinkel, maar ook in wat de kenner wildkleur noemt, geelbruin met zwarte kraalogen. Fretten en wilde konijnen zijn gezworen vijanden. De jagers zetten hun handtannne fretten bij de ingang van het konijnenhol. Als de fret'lucht krijgt' dat het hol bewoond is, duikt hij er in, spoort het konijn op enjaagt het de stuipen op het lijf. Het resultaat is meestal dat het konijn op volle snelheid het hol uit springt en dan heeft de jager zijn kans om de vluchter te schieten. Die kans is er maar evenijes, want het dier duikt meestal' in de dichtstbijzijnde'pijp'weer onder. Wildbraad Het is een vreemd gezicht om die groene, knoestige buitenmannen met hun geweren bezig te zien onder de niet zo welriekende rook van Pernis en de dampen van dieselmotoren. Maar voor Bastemeijer en zijn medejagers is het een welkome taak. Het jagen zit hen nu eenmaal in het bloed, het freteren doet een beroep op hun vaardigheden als goed jager, en het Eurokonijn mag er zijn. "Het zijn kloeke dieren", aldus Bastemeijer. "Kerngezond en lekker in de pan. Freteren gebeurt ook met andere vangmiddelen dan het geweer. In dit geval worden de springende konijnen opgevangen in netjes of kooitjes, die over de ingangen van de holen worden gespannen of opgesteld. De zo gevangen dieren worden opgepakt en met één flinke klap achter de oren gedood. Ze vinden hun weg naar de poelier/ wildhandel. "Die ziet mij er graag mee aankomen", glundert de jager. "Het is prachtig wildbraad. De poelier heeft z'n vaste adressen van restauranthouders die hun gasten graag een wild konijntje voorschotelen waar geen hagel in zit."
| ||