"Een hondentoilet is gewoon flauwekul"08 - 02 - 01 Rozenburg- Ze maakte van haar hart,geen moordkuil, de vrouw uit de Rivierenbuurt die dinsdagavond in de kantine van het gemeentehuis tijdens de evaluatie van de hondentoiletten en uitrenvelden uitriep: ![]() is gewoon flauwekul.' Ze kon ook nog precies aangeven waar het dan wel aan schort bij de hondenpoepperikelen. 'Het ligt echt niet aan de honden, maar wel aan de baas. De mentaliteit van de meeste hondenbezitters is helemaal niet goed. Er wonen hier zoveel mensen die gewoon schijt aan alle regels hebben en'precies doen waar ze zelf zin in hebben. Als je met een schep loopt, word je uitgelachen. Ze komen hier ook niet heen, omdat ze het allemaal onzin vinden. Maar intussen ligt mijn stoep wel onder en voor een anders garage liggen wel negen hondendrollen', vervolgde de mondige inwoonster van Rozenburg. Wethouder Lenneke van Brakel- van der'Meer hoorde het wel en wee van de vijftien personen die op 6 februari op de evaluatie afkwamen allemaal geduldig aan. Ze tiet de haar begeleidende ambtenaren Keja en Poldervaart ook keurig netjes noteren dat de huidige hondentoiletten aan de IJsselstraat en de Amstelstraat op tal van punten niet aan de verwachtingen en voorwaarden voldoen' Zo liggen ze te dicht bij de flats waardoor verschillende bewoners 's zomers veel stank- overlast en hinder van vliegen ondervinden' Momenteel staan de hondentoiletten die Van Brakel op 30 juni officieel in gebruik nam al geruime tijd onder water. De hondentoiletten moeten vooral veel groter zijn dan die waarmee nu een proef is gedaan. Ook zou de ondergrond van gras niet deugen. Volgens de ,aanwezigen in de kantine moeten hondentoiletten voorts goed verlicht zijn' een omheining hebben met afsluitbare hekken en ook nog eens voorzien zijn van afvalbakken die de.gerneente dagelijks dan wel een keer in de twee dagen met een desinfecterend middel moet reinigen.
Cadeaubonnen
'Een teleurstellende ervaring', zo merkte controleur Snoeij op.
De wethouder legde uit dat er aan de hand van de opgedane ervaringen
nu een duidelijk hondenpoepbeleid geformuleerd wordt,
tevens gaf ze aan het terecht te vinden dat de opbrengst van de
hondenbelasting ook aangewend wordt voor de aanleg van
hondentoiletten en uitrenvelden.
Op de vraag van een van de aanwezige Rivierenbuurtbewoners of
de wethouder zelf de proef van een halfjaar als geslaagd beschouwt,
kreeg ze als antwoord:
Ook kattenbezitters en kattenvoerders die voor overlast zorgen,
zouden op de bon geslingerd moeten worden.
Van Brakel beperkte zich echter tot de hondenpoepproblematiek.
Ze kreeg aan het eind van de evaluatiebijeenkomst ook nog een gouden tip:
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() De "Kerstbomenjagers"05 - 01 - 01 Rozenburg- Midden op de rustige weg op de Esdoornlaan in Rozenburg komt langzaam een auto tot stilstand. De bestuurster draait snel het raampje open: "Hé ben jij die jongen van de kerstbomen? roept ze in de richting van twee jongens en een meisje die met zes kerstbomen zeulen. "Ja hoor!" Roept de jongen terug. Heeft u iets voor ons?" Terwijl hij op antwoord wacht, haalt hij behendig een gsm tevoorschijn uit zijn zak en loert er vluchtig naar. " In mijn achtertuin ligt er één die jullie vanavond kunnen komen ophalen," is het antwoord van de vrouw. ![]() ![]() ![]() Het drietal kamt sinds enkele jaren in de kerstvakanties alle tuinen en straten uit op zoek naar kerstbomen. Het lijkt wel of ze een klein kerstboombedrijfje runnen. De ene jongen is het kleine mannetje dat de 'geldzaken' afhandelt. Als de kinderen een kerstboom vinden, berekent hij snel hoeveel ze vrijdag zullen vangen bij de kerstbomen- versnippering. Twee kwartjes krijgen ze voor iedere boom. "We hebben er nu 211," mompelt hij. "Ja, wat zal het zijn jongens? Zo'n honderd piek of zo?" "Volgend jaar doe ik alleen mee als we per boom één gulden krijgen." De vrijdag na kerst hadden ze al hun eerste kerstboom. Sindsdien struinen ze vrijwel alle straten en wijken van Rozenburg af op zoek naar afgedankte b0men. En die zijn er genoeg. De kinderen lopen een hoekje om, bellen ergens aan en komen met een boom terug. Het meisje wordt ingezet om bij de mensen aan te bellen. De jongens zijn niet op hun achterhoofd gevallen- "zij heeft meer charme," merkt haar broer serieus op. Waarop zij verlegen giechelt. "Als zij aanbelt, krijgt ze die bomen sneller mee dan ik." Maar dat verloopt niet altijd even makkelijk. Als het meisje even later aanbelt bij een huis en er niet wordt opengedaan, loopt ze op haar teentjes naar de zijkant van het huis om te kijken of daar wat ligt. "Jáá een boom!" roept ze verheugd uit. "Neem maar mee !" roept de jongen terug. Terwijl zij schichtig om zich heen blijft kijken, klinkt de stem van de bewoonster die achter het huis vandaan komt lopen. "Pak maar hoor jongens." Maar dat heeft het meisje al gedaan. Als ze hem langs de voormalige eigenaar sleept, laat ze nog vluchtig haar schattige glimlach zien. En die levert haar een gulden op. Ze draagt de boom over aan de jongemannen die verbaasd haar tactische handelwijze aanschouwen en huppelt vrolijk weg. Vijf jaar terug begon de ene jongen met het verzamelen van kerstbomen. Hij werd naar eigen zeggen aangestoken door de andere jongen. "Ik had er toen nog twintig verzameld, later ging ik met de jongen samenwerken die al een paar jaar met zijn broer verzamelde. Bij de familie is het bijelkaar sprokkelen van kerstbomen tot een familietraditie uitgegroeid. Hun zoon was pas vier of vijfjaar toen hij ermee begon. Samen met zijn broer, die er zelf ook al op vijfjarige leeftijd opuit ging met hun vader. Een uurtje later sleept het drietal met zeven bomen. "Normaal leggen we ze op een karretje," legt hij uit. Maar dat is nu stuk." De zoektocht eindigt bij die ene jongen thuis, waar net als in de tuin van de ander, ook tientallen bomen zijn opgestapeld. Of de jongens ook volgend jaar op kerstbomenjacht zullen gaan is niet zeker volgens de jongens. Ze zullen het drukker krijgen met school. "Misschien dat het meisje het wel blijft doen," zegt de jongen. "Maar dat zal niet hetzelfde zijn. Zo is het gezelliger."
| ||